Archieven
Categorieën
- Adobe Creative Cloud
- Astrofotografie
- Danny Laps blog
- Dieren
- Fotografie
- Fotostudio
- ICM, Intentional Camera Movement
- Landschap
- Libellen
- Lightroom
- Lightroom CC
- Macrofotografie
- Paddenstoelen
- Panorama, panoramafoto
- Photoshop
- Planten
- Plugins
- Presets
- Tips & tricks
- Video
- Vlinders
- Vogels
- Voorinstellingen
- Workshop
- Zoogdieren
Meta
-
Creativity thrives with collaboration
The joining of mind to forge something real.
Leave a reply
Hoe beslis je welke “sprong” je maakt bij bracketing. Hoe groter het contrast in werkelijkheid hoe groter de sprong?
Ik probeer altijd in grijsverloopfilters te denken: als ik over de lucht een filter van 2 stops zet, neem ik ook 2EV voor de bracketing. Dat is dus een simpele regel die ook geldt voor andere situaties. Daarnaast is het ook aanvoelen. Een foto van een hotelkamer waar je ook perfect het zicht op de bergen moet zien… dat is minstens 3 EV en misschien wel 7 foto’s.
Mijn standaard is: 2EV, 3 foto’s: -2, de nulbelichting, +2.
Je moet er ook rekening mee houden dat een HDR 32 bits is. Hiertoe komt Lr door de gegevens van alle belichtingen met mekaar te mixen. Dat betekent dat je theoretisch gezien uit 1 foto al veel meer kan halen. Deze heeft nu 2 miljard aan pixelinformatie. Op een ‘normale’ RAW van 12 bits heb je slechts 4096 gegevens per kleurkanaal. Alleen dat verschil is al enorm, en daarom is het niet nodig om gigantisch te springen met de bracketingstops. Dus: denk niet enkel in stops maar ook in bits als je aan bracketing doet.
Verder wat aanvoelen en je camera kennen. Ook die zijn capaciteiten zijn bepalend voor hoeveel stops en foto’s je nodig hebt.
Twijfel je: 3 belichtingen van 2EV. Dat is een goeie richtlijn, ookal lijken het maar twee stops. Je kan er meer mee dan twee ‘normale’ stops.